Dick Snel is op 15 februari 2024 op 70-jarige leeftijd overleden. Hieronder het (licht aangepaste) verhaal dat over hem verscheen toen hij in 2020 het eerste lammetje adopteerde.

Dick en Datila. (Klik voor groter formaat)

We waren er snel uit toen we gingen nadenken wie we zouden vragen het eerste lammetje van dit jaar te adopteren. Dat moest Dick Snel worden. Geen Bekende Nederlander dit keer, maar een Bekende Heerdenaar. Hij kwam vroeger vrijwel dagelijks bij de kudde op bezoek, hield al in 2009 een weblog bij, maar kan doordat hij aan een rolstoel zit gekluisterd nog maar af en toe op bezoek komen. Toen hij vorig jaar met al zijn beperkingen een leuke bezigheid zocht, besloot hij een maquette van de schaapskooi te maken. Vanmorgen, dinsdag 22 januari, onthulde hij die en adopteerde hij officieel het eerste lammetje, waarvoor hij als hommage aan onze honden Daisy, Tim en Lad de naam Datila had bedacht.

Dick met zijn Wilma en Datila.

Dick Snel (65) vindt maar weinig mooier dan de schaapskudde op de Renderklippen. Hij was er vaak bij te vinden. Dikwijls gekleed in lange jas en met hoed op; veel mensen dachten dat hij de schaapherder was. Als er een klusje te doen was, kon onze herder Lammert Niesing altijd op hem rekenen. Dick was nergens te beroerd voor. Dat geldt ook voor zijn vrouw Wilma, van het bekende Wilma’s Wol. We doen nooit tevergeefs een beroep op haar als we een activiteit houden waarbij we graag een spinster willen hebben, als we iets gesponnen moeten hebben, als wol bewerkt moet worden enzovoorts.

In 2009 openbaarde Dick’s liefde voor de kudde zich met zijn weblog over de schaapskudde, dat vol schitterende foto’s en mooie (beeld)verhalen stond. In 2011, toen de bouw van ’t Spiekertje net voltooid was, stopte het blog. In dat jaar kreeg het leven van Dick, die al zo’n veertig jaar gezondheidsklachten heeft, ineens een andere wending. Hersenvocht dat via een zenuwbaan wordt afgevoerd, stuitte van de ene op de andere dag bij zijn rugwervel op woekeringen. Dat uit zich als een progressieve spierziekte, met tal van fysieke klachten. De oud-kok (o.a. van de Wendhorst) kon zich ineens alleen nog voortbewegen in een rolstoel. Tot zijn geliefde hobby fotograferen was hij niet meer in staat. Tot een paar jaar geleden kwam hij niettemin nog dagelijks op bezoek bij de kudde. Met zijn trouwe border collie Buddy, zijn gids en steun en toeverlaat. Stapelgek was hij op het dier. Buddy was àlles voor hem.
,,Maar ik kon hem niet meer geven wat hij nodig had. Hij kon zijn energie niet meer kwijt, hij leerde te weinig, hij werd ook bang. Vroeger was hij nergens bang voor, als ze carbid stonden te schieten, haalde hij de bal op. Maar later zat hij al te bibberen als hij in de verte gedonder hoorde op het ASK. Dat kon ik hem niet aan doen’’, vertelt Dick.

Zijn onmetelijke liefde voor zijn trouwe kameraad bracht hem er zelfs toe puur voor hem te kiezen: hij zocht en vond een goed adres en nam afscheid van hem. Nu woont Buddy in Emmer-Compascuum. ,,Ik mis hem nog elke dag, maar hij heeft het daar veel beter dan bij mij. Hij heeft het daar hartstikke goed. Ja, ik ben er geweest, één keer. Hij was hartstikke blij me weer te zien, maar na vijf minuten ging hij naar zijn nieuwe baas. Toen wist ik het zeker: Buddy is daar beter af dan bij mij, hoeveel ik ook van hem houd. Ik wil het hem en mezelf niet aandoen vaker bij hem op bezoek te gaan.’’

Dick en herder Lammert Niesing onthullen het bouwwerk van Dick.

Nu komt hij nog mondjesmaat alleen naar de kooi, in zijn elektrische rolstoel, als het weer en zijn fysieke gesteldheid het toelaten. Vorig jaar zocht hij iets om de tijd wat beter door te komen. Hij zag een van lucifers nagebouwde schaapskooi, besloot die van ons met lucifers na te bouwen, maar was niet echt tevreden met het resultaat. Hij besloot het groter aan te pakken. Lammert kon hem nog iets geven wat op een bouwtekening leek en regelmatig belde hij even: ,,Kun je dat even fotograferen, zodat ik exact weet hoe het er uit ziet?’’

,,Het was leuk om te doen. Ik had de tijd aan mezelf, soms begon ik ’s morgens om acht uur en was ik om tien uur ’s avonds nog bezig, soms ging het door de pijn na vijf minuten al niet meer. Maar dan ging ik weer verder op een moment waarop het beter ging. Ik ben sindsdien wel verder achteruit gegaan, ik zou het nu niet meer kunnen. Ik had nog graag de hooischuur nagebouwd, maar dat zit er niet meer in.’’

Hij deed acht maanden over het project. Vorig voorjaar kwam hij ons er mee verblijden. We maakten er jubelend melding van op onze website en toveren de mini-kooi bij bijzondere gelegenheden tevoorschijn. We wilden hebben hem in een glazen vitrine in het informatiecentrum geplaatst zodat iedereen er van kan genieten.